Inleiding: Help! Spatie, streepje of iets anders?

Hallo, ik ben Fieneke Jochemsen en ik werk als taaladviseur bij Onze Taal. Bij de Taaladviesdienst krijgen we heel veel vragen over het los of aan elkaar schrijven van woorden. Hoe schrijf je bijvoorbeeld alles + of + niets + poging? Of intensive + care + afdeling? Of leerling + gestuurd? Moeten daar allemaal spaties tussen, of streepjes, of moet alles aan elkaar? Of een combinatie ervan?

Je voelt misschien wel dat deze woorden bij elkaar horen, maar er zijn vaak zoveel mogelijkheden om ze te spellen, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Vooral bij langere combinaties als baas + in + eigen + buik + demonstratie, helpt een automatische spellingcorrector of een woordenboek je niet. Die kennen namelijk alleen de meestvoorkomende woordcombinaties. Zeker als je zelf creatief wordt met woorden of specialistische termen gebruikt, dan moet je toch echt zélf de spellingregels kennen.

Daarom heb ik deze training voor je ontwikkeld. Met video’s en animaties leg ik je stap voor stap uit wat de regels zijn voor al deze samenstellingen, en meer. Natuurlijk ga je er ook mee oefenen, zodat je het uiteindelijk ook echt zélf kunt. Voor wie echt nieuwsgierig is, heb ik extra achtergrondinformatie en verdiepende video’s. En aan het einde van de training krijg je nog een handig geheugensteuntje en wat tips mee voor het opzoeken van twijfelgevallen.

Laten we meteen beginnen!

 

Wat ga je leren?

We gaan in deze training voor gevorderden een stap verder dan de regels voor ‘gewone’ samenstellingen zoals persoonlijkheidsstoornis en tandartsassistent. Je leert de spellingregels voor het aan elkaar schrijven van complexere woordcombinaties, van meerdere woorden en verschillende woordsoorten. Wanneer moeten ze helemaal aan elkaar vast? Wanneer moeten er een of meerdere streepjes tussen, of een schuine streep? En in welke gevallen is een spatie goed?

Als je de regels eenmaal kent en ermee hebt geoefend, kun je ze voortaan toepassen op alle samenstellingen die je vormt – ook als je zelf gloednieuwe woorden bedenkt die niet in de woordenboeken te vinden zijn.

 

Opbouw van de training

Inleiding: Hier ben je nu! Na wat praktische informatie gaan we eens kijken wat je al weet, voordat we beginnen.

In het eerste deel van de training gaan we kijken naar samenstellingen met woordgroepen.
In les 1 leer je over gevallen als oude kaas + kroketten en in les 2 over nog langere combinaties als twee onder een kap + woning.
In les 3 leer je wat je moet doen als de woordgroep een naam is, zoals Middellandse Zee, en je daar een ander woord aan wilt koppelen, zoals gebied.

In het tweede deel leer je over samenstellingen met andere woordsoorten.
In les 4 zie je dat bijvoeglijke naamwoorden soms aan een zelfstandig naamwoord vast kunnen groeien en dat je die samenstellingen kunt herkennen aan hun betekenis en uitspraak.
In les 5 leer je welke soorten samengestelde bijvoeglijke naamwoorden er zijn en hoe je die herkent en spelt.
In les 6 leer je welke soorten samengestelde werkwoorden er bestaan en hoe je de vervoegingen daarvan moet schrijven.

In het derde deel van de training gaan we het hebben over (verplichte) streepjes.
In les 7 en 8 leer je hoe je je samenstellingen met gelijkwaardige delen schrijft, bijvoorbeeld tolk + vertaler en zwart + wit, en je leert over langere samenstellingen met gelijkwaardige delen, zoals man + vrouw + verhouding.
In les 9 leer je wat je moet doen met bijzondere voorbepalingen zoals oud, ex en niet, wanneer je die los, met streepje of aan een ander woord vast kunt schrijven.

Samenvatting: Je leert waar je bij twijfel het antwoord kunt vinden op de vraag of je iets aan elkaar, los of met een streepje moet schrijven.
Daarna is het tijd voor een toets.

 

Hoe werkt de training?

Hoelang duurt het? – De training duurt 45 tot 60 minuten en is opgeknipt in korte lessen van ongeveer 5 minuten. Je kunt de training op elk moment onderbreken en terugkomen wanneer je maar wilt: je voortgang wordt opgeslagen.

Tussentijdse vragen – Af en toe krijg je vragen voorgelegd die bedoeld zijn om je aan het denken te zetten. Maak je dus geen zorgen als je het antwoord niet (direct) weet.
Na een video of tekstje met uitleg volgen wat oefenvragen waarop je de uitleg kunt toepassen. Klik na een vraag op ‘Controleer antwoord’ om te kijken of je het goed had. Klik op ‘Uitleg’ voor een toelichting op het goede antwoord.
Je antwoorden op de vragen worden met niemand gedeeld.

Toetsing – Je sluit de training af met een toets, zodat je aan het eind kunt testen of je alles begrepen hebt en kunt toepassen.

Laten we beginnen!

 

Een duik in het diepe

Laten we eerst eens kijken wat je al weet – of wat je zou gokken. Hoe denk je dat je deze woordcombinaties spelt?

Hoe schrijf je public + relations + medewerker?

Hoe schrijf je stoppen + met + roken + programma?

Hoe schrijf je Rode + Kruis + post?

Hoe schrijf je tolk + vertaler + opleiding?

 

Heb je deze vragen goed beantwoord? Dat is mooi! Ook als je je keuzes nog niet zo goed kunt onderbouwen. Je intuïtie kan bij zulke spellingkwesties een goede raadgever zijn. In deze training ga je die intuïtie een goede basis geven, zodat je zeker weet dat je de goede keuze maakt.

Vond je deze vragen moeilijk? Niets aan de hand! In deze training leer je stap voor stap hoe je naar dit soort woorden moet kijken om te beslissen wat aan elkaar moet en wat niet.

Je kunt naar de volgende les door onderin op ‘Markeer als afgerond’ te klikken en vervolgens op ‘Volgende’, of via het menu aan de linkerkant.
Zie je geen knop of menu? Dan heb je de training nog niet aangeschaft. Maak een account aan en koop de training om door te gaan naar de volgende les.

ALLES ZIEN Een opmerking toevoegen
JIJ
Je commentaar toevoegen
© 2025 Onze Taal - Powered by Maatos