Help, wat een moeilijke zin!

Hallo, ik ben Roos de Bruyn en ik werk als taaladviseur bij Onze Taal. Bij de Taaladviesdienst krijgen we vaak vragen over duidelijk schrijven.

Die vragen komen van mensen die een zin niet begrijpen. Zoals de zin ‘Te verrekenen en/of te ontvangen: € 220.’ De vraag is dan: krijg ik nou 220 euro, of moet ik 220 euro betalen?

Maar we krijgen ook vragen van mensen die juist hun best doen zo duidelijk mogelijk te schrijven. Van hen krijgen we vragen als: ‘Kan ik af en toe een zin van 25 woorden gebruiken, of wordt mijn zin dan te lang?’ En: ‘Hoe algemeen bekend is het woord ‘schuldsanering’? Kan ik dit woord gebruiken in een tekst voor een breed publiek?

Er is meer aandacht voor duidelijke taal dan vroeger. De overheid speelt hierbij een grote rol, want die heeft verschillende campagnes gevoerd om ambtenaren duidelijker laten schrijven. Uit onderzoek blijkt namelijk dat 30% van de Nederlandse bevolking de teksten van de overheid niet begrijpt. Dat is vooral een probleem omdat veel meer dan vroeger van mensen wordt verwacht dat ze zelfredzaam zijn, en dus zelf hun zaken kunnen regelen.

Maar duidelijke taal is in steeds meer organisaties iets wat er gewoon bij hoort in de communicatie. Als je vaker teksten schrijft, is duidelijk kunnen formuleren een belangrijke professionele vaardigheid.

In deze training ga ik je leren hoe je duidelijke en prettig leesbare zinnen schrijft. Je leert waar je op moet letten bij de opbouw en de formulering van je zinnen en bij de woorden die je kiest.

Deze training is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar tekstbegrip. Onze adviezen en tips zijn dus  goed onderbouwd. Bovendien zijn ze in lijn met de internationale normen voor duidelijke taal.

Is duidelijk schrijven een onderwerp dat vaak terugkomt in je dagelijkse werkpraktijk? Wil je je verdiepen in hoe je duidelijke en prettig leesbare zinnen schrijft? Dan zul je veel hebben aan de video’s met uitleg, en alle tips die je in deze training krijgt. Natuurlijk ga je ook veel oefenen, zodat je het uiteindelijk echt zélf kunt. Je sluit de training af met een opdracht die je naar mij opstuurt en waarop ik je persoonlijk feedback geef.

Aan het einde van de training kun je een checklist downloaden die meteen ook een samenvatting is van alles wat je in deze training hebt geleerd.

Laten we meteen beginnen!

 

Wat ga je leren?

In deze training leer je hoe je duidelijke zinnen maakt. We kijken hoe duidelijke zinnen opgebouwd zijn, hoe je levendig en helder formuleert, in begrijpelijke woorden. Dat is voor alle lezers prettig, en voor lezers die niet veel of niet gemakkelijk lezen noodzakelijk om je tekst te begrijpen.

Deze training is voor iedereen die vaak teksten schrijft voor een breed publiek. Dat kunnen allerlei teksten zijn: webteksten, voorlichtingsteksten, e-mails, contracten, enz. Wil je graag dat je zinnen voor anderen duidelijk en prettig leesbaar zijn? Dan is deze training iets voor jou.

 

Wat je al hebt gedaan vóór je gaat schrijven

Deze training gaat over het schrijven van zinnen. We gaan er dus van uit dat je al hebt nagedacht over: Wat is mijn doelgroep? Wat is het doel van mijn tekst? Wat moeten mijn lezers weten om te kunnen doen wat ik van ze vraag in mijn tekst? Is een tekst het juiste middel om met hen te communiceren, of is bijvoorbeeld een filmpje beter?

Deze training gaat ervan uit dat je al weet dat een tekst het beste middel is. We concentreren ons bovendien op je zinnen en woorden, en niet op de overkoepelende structuur van je tekst. Als we de ISO-norm voor duidelijke taal erbij pakken (zie kader) dan gaat deze training om beginsel 3: begrijpelijkheid.

ISO-norm duidelijke taal

ISO-normen zijn internationale normen die de kwaliteit en de veiligheid van allerlei diensten en goederen waarborgen. Sinds 2024 is er ook een ISO-norm voor duidelijke taal. Deze norm gaat uit van deze vier beginselen:

  1. Lezers krijgen wat ze nodig hebben: de informatie is relevant. Dit beginsel gaat vooral om de voorbereiding: doe onderzoek naar je doelgroep, zodat je weet hoe je het best met deze mensen kunt communiceren.
  2. Lezers kunnen gemakkelijk uit een tekst of ander medium halen wat ze nodig hebben. Dit beginsel gaat vooral over structuur. Lezers moeten snel kunnen bepalen waar een tekst over gaat. Ook moet de structuur van je tekst gemakkelijk te volgen zijn.
  3. De informatie die lezers in een tekst of via een ander medium vinden, is gemakkelijk te begrijpen. Dit beginsel gaat vooral over de onderdelen van een tekst, zoals de formulering van de zinnen en de woordkeuze. Er hoort ook bij dat lezers alle onderdelen van een tekst gemakkelijk begrijpen als één samenhangend geheel.
  4. Lezers kunnen de informatie gemakkelijk gebruiken. Dit beginsel gaat vooral over de evaluatie van een tekst of ander medium. Is de informatie relevant en dus echt bruikbaar? En ook: houd je voldoende in de gaten of dat verandert in de loop van de tijd?

(ISO-norm Plain Language)

 

Opbouw van de training

Inleiding:Hier ben je nu!

In het eerste deel van de training leer je hoe je je zinnen een duidelijke structuur geeft. We bespreken drie valkuilen.
In les 1 leer je wat een lange aanloop is. Waarom maakt een lange aanloop je zinnen moeilijk?
In les 2 leer je wat tangconstructies zijn en waarom die zo lastig zijn voor lezers.
In les 3 leer je waarom lange zinnen een valkuil kunnen zijn als je duidelijk wilt schrijven.

In het tweede deel leer je hoe je duidelijk formuleert. Ook hier kijken we naar drie valkuilen.
In les 4 leer je wat passieve zinnen zijn. Wanneer zijn ze handig en wanneer maken ze je tekst moeilijk?
In les 5 leer je wat naamwoordstijl is en waarom dat een valkuil kan zijn.
In les 6 leer je waarom ontkenningen je zinnen moeilijk maken.

In het derde deel van de training leer je hoe je voor duidelijke woorden kiest. We kijken weer naar drie valkuilen.
In les 7 leer je welke soorten moeilijke woorden er zijn en wat ze moeilijk maakt.
In les 8 leer je wat voorzetseluitdrukkingen zijn en waarom je die zoveel mogelijk moet vermijden.
In les 9 leer je waarom figuurlijk taalgebruik je zinnen moeilijk maakt.

Samenvatting: Je krijgt een korte samenvatting van de 9 lessen. Daarnaast krijg je tips voor hulpmiddelen bij duidelijk schrijven.
Daarna is het tijd voor een eindopdracht.

 

Voor je begint

Hoelang duurt het? – De training duurt ongeveer 1,5 uur en is opgeknipt in korte lessen van ongeveer 10 minuten. Je kunt de training op elk moment onderbreken en terugkomen wanneer je maar wilt: je voortgang wordt opgeslagen. We raden je aan deze training in kleinere stukjes te volgen. Als je alle lessen achter elkaar volgt, krijg je zo veel informatie dat niet alle lesstof blijft hangen.

Tussentijdse vragen – Elke les begint met een paar vragen om je aan het denken te zetten. Maak je geen zorgen als je het antwoord niet (direct) weet, want de uitleg komt nog. Daarna kun je die uitleg toepassen op oefenvragen. (Je antwoorden op de vragen worden trouwens niet opgeslagen en met niemand gedeeld.) Als je een vraag hebt beantwoord, kun je op ‘Uitleg’ klikken voor een toelichting. In deze training is er bij veel vragen geen sprake van een goed of fout antwoord. Dat komt doordat het gaat om formuleringen, waarbij altijd meerdere oplossingen mogelijk zijn.

Toetsing – Je sluit de training af met een eindopdracht, zodat je kunt testen of je alles hebt begrepen en kunt toepassen. Je levert de opdracht bij mij in en ik geef je persoonlijke feedback.

Laten we beginnen!

Je kunt naar de volgende les door onderin op ‘Markeer als afgerond’ te klikken en vervolgens op ‘Volgende’, of via het menu aan de linkerkant.
Zie je geen knop of menu? Dan heb je de training nog niet gekocht. Maak een account aan en koop de training om door te gaan naar de eerste les.

ALLES ZIEN Een opmerking toevoegen
JIJ
Je commentaar toevoegen
© 2025 Onze Taal - Powered by Maatos