Help! Los of vast?

Daarover is één woord. Wat de regel daarvoor is, leer je in les 2 van deze training.
Hier en op zijn twee losse woorden. Hoe dat zit, leer je ook in les 2.
Hier en tegen zijn twee losse woorden. Hoe dat zit, leer je in les 3.
Dat was een lastige: ervan uitgaan is juist. Waarom dat zo is, leer je in les 4.

Hallo, mijn naam is Roos de Bruyn en ik werk als taaladviseur bij Onze Taal. Bij de Taaladviesdienst beantwoorden we allerlei vragen over taal.

Een vraag die we vaak krijgen gaat over het los of aan elkaar schrijven van de woorden er, daar, hier en waar, en voorzetsels, zoals van, op, uit en in. Wanneer moeten die nou aan elkaar en wanneer juist niet? En dan komt het ook vaak voor dat er niet één voorzetsel in de zin staat, maar twee, zoals bij ervan uitgaan. Er zijn in principe allerlei manieren om dat te schrijven. Wat schrijf je nu aan elkaar en wat moet nu juist los?

Deze vragen komen vaak van mensen die veel schrijven en over het algemeen prima kunnen spellen. Toch twijfelen ook zij hierover. Ben jij zo iemand die veel schrijft? Wil je dat je tekst ook op detailniveau klopt? Vind je het jammer als je achteraf merkt of te horen krijgt dat er toch een paar kleine foutjes in je tekst zaten? Dan is deze training iets voor jou.

Opbouw van de training

Inleiding: Hier ben je nu! In deze inleiding vertellen we je waar deze training zich precies op richt en waar je naartoe gaat werken.
Les 1: Als je dat handig vindt, kun je deze les je kennis opfrissen als het gaat om de termen ‘voorzetsel’, ‘bijwoord’, ‘werkwoord’ en ‘samenstelling’.

Les 2: Je leert dat je er, hier, daar en waar en het voorzetsel erachter aan elkaar schrijft in zinnen als ‘Ik wen eraan’, ‘Ik speel hiermee’, ‘Alles wijst daarop’ en ‘Waarover gaat het?’
Les 3: Je leert dat je er, hier, daar en waar niet aan voorzetsel erachter vast schrijft in zinnen als ‘Ik haalde het pakketje hier op’ en ‘Regelmatig viel ik daar in als leerkracht.’
Les 4: Je leert hoe het zit als er meer dan één voorzetsel in de zin voorkomt. Je leert dat allebei de voorzetsels in ‘Ik heb je erbovenuit gehoord’ aan er, hier, daar of waar vast moeten, en dat dat in ‘Ik ben hiervan uitgegaan’ niet moet.

Les 5: Je leert dat sommige combinaties op verschillende manieren beredeneerd kunnen worden en dat de spelling van eruitzien en eraan komen in feite doorgehakte knopen zijn.
Les 6: Je leert waar je bij twijfel altijd het antwoord kunt vinden op de vraag of je er, hier, daar of waar + voorzetsel + werkwoord aan elkaar moet schrijven.
Daarna is het tijd voor de eindtoets: je kunt testen of je alles goed begrepen hebt en de regels zelf kunt toepassen.

Voor je begint

Duur en voortgang – De training duurt ongeveer 1 tot 1,5 uur en is opgeknipt in lessen van 5 tot 20 minuten. Je kunt de training op elk moment onderbreken en je kunt terugkomen wanneer je maar wilt: je voortgang wordt opgeslagen.

Tussentijdse vragen – Af en toe krijg je vragen voorgelegd die bedoeld zijn om je aan het denken te zetten. Maak je dus geen zorgen als je het antwoord niet (direct) weet. En na een video of tekstje met uitleg volgen vaak wat vragen waarop je de uitleg kunt toepassen. Na elke vraag kun je op ‘Controleer antwoord’ klikken om te kijken of je het goed had. Als je op ‘Uitleg’ klikt, krijg je een toelichting op het goede antwoord te zien. Je antwoorden worden niet opgeslagen en met niemand gedeeld.

Oefenvragen en eindtoets – We sluiten ook elke les af met oefenvragen, zodat je kunt zien of je de hele les begrepen hebt. Tot slot is er een eindtoets over alle lesstof. Ook de toetsresultaten worden met niemand gedeeld.

Laten we beginnen!

Vragen om erin te komen

Eens kijken of je de juiste spelling in de onderstaande zinnen al weet te kiezen.

Als je vaak twijfelt over los of aan elkaar schrijven van er( )van, hier( )op, daar( )uit enz.:  deze training gaat ______ !

 

Als je je zekerder van jezelf wilt voelen, ben je ______ de juiste plaats.

 

De regels én de meestvoorkomende twijfelgevallen kom je ______.

 

Je kunt ______ dat je in deze training alles leert wat je nodig hebt.

 

Heb je deze vragen goed beantwoord? Dat is mooi! Ook als je je keuzes nog niet zo goed kunt onderbouwen. Bij veel taalkwesties is je intuïtie namelijk meestal een goede raadgever. In deze training ga je die intuïtie een goede basis geven, zodat je zeker weet dat je de goede keuze maakt.

Vond je deze vragen moeilijk? Niets aan de hand! In deze training leer je stap voor stap hoe je naar dit soort zinnen moet kijken om te beslissen wat aan elkaar moet en wat niet.

 

Je kunt naar de volgende les door onderin op ‘Markeer als afgerond’ te klikken en vervolgens op ‘Volgende’, of via het menu aan de linkerkant.
Zie je geen knop of menu? Dan heb je de training nog niet aangeschaft. Maak een account aan en koop de training om door te gaan naar de volgende les.

BEKIJK ALLE Voeg notitie toe
JIJ
Voeg een reactie toe
© 2024 Onze Taal - Powered by Maatos